zondag 28 februari 2010

Treinen

Vrijdag zat ik een groot deel van de dag in de trein. Op en neer naar mijn familie in het Noorden. Ik vind dat niet erg. Ik houd van de trein. Het is als een twee-urig kado aan mezelf. Tijd voor mezelf - tijd om op mijn kleine laptopje mijn verhalen na te lezen, tijd om eindelijk aan dat nieuwe boek te beginnen.
Maar de heenweg zat niet mee. De trein was overvol en stopte in Hoogeveen wegens een aanrijding, waardoor ik opeens op een winderig station stond zonder aansluiting. En zonder tijd voor mezelf. Ik had nog geen woord gelezen.
Ik had mijn hoop op de terugreis gezet. Maar de trein van Groningen naar Utrecht zat ook vol. Er was nog een plekje vrij naast een jongen met een enorme rugzak. Zuchtend tilde hij de rugzak van de stoel toen ik vroeg of ik daar mocht zitten.
'Ik moet er eerst wat uitpakken hoor,' zei hij, terwijl hij tergend langzaam de rits opendeed. Ik stond midden in het gangpad en had een hele rij achter me. Ik had het irritant gevonden als hij niet precies dezelfde laptop en hetzelfde boek als dat ik in mijn tas had zitten, tevoorschijn haalde.
'We zitten wel op een lijn,' zei ik, toen we allebei onze zwarte Eee-pc's opensloegen. Hij lachte. We waren stilzwijgende reisgenoten. Met de tijd voor onszelf.
Terwijl we geconcentreerd aan het werk waren, was de jongen achter ons luidruchtig aan het bellen.
'Gijs jongen! Wat heb ik je lang niet gesproken. Ja, ik was mijn telefoonlijst aan het doorspitten, en ik dacht goh, hoe zou het toch met Gijs zijn!'
De jongen vertelde dat hij in een financiele crisis zat en daarom weer thuis woonde en nu op en neer reisde. Dat hij niet meer bij zijn voetbalteam zat en nu 12 kilo was aangekomen. Dat hij een nieuwe breedbeeld tv had.
Mijn buurman en ik gniffelden. Terwijl de vrouw aan de overkant volgens mij klaar was om in een woede uit te barsten.
'En nu is hij nog maar bij de G' zei mijn buurman , terwijl hij niet opkeek van zijn scherm.
En inderdaad. Daarna kwam Hans. 'Jongen, hoe is het in Hengelooooooo.'
En toen Jan. 'OOOOO man ik ben zo gestresst.'

Toen hij bij de K was aangekomen, sloegen wij onze laptop dicht en begonnen we allebei aan de Millenium Trilogie van Stieg Larsson. Ik zat aan het begin van het eerste deel, mijn buurman halverwege het tweede deel.
Ik zuchtte blijkbaar vrij luid, want het was helemaal niet zo spannend als mijn vriendinnen hadden beloofd.
"Doorzetten, hoor," zei mijn buurman, waarvan ik nu zag dat hij stekels had.
"Het wordt echt spannend, ik zit er nu helemaal in."
En dat hielp. Ik dook weer in mijn boek terwijl onze achterbuurman eindelijk klaar was met bellen en studeerde. Zijn tentamen was maandag en hij was nog laaaang niet klaar.

Ik hou van de trein.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten