maandag 12 april 2010

Gestrand

Ik ben op de vaste wal gestrand.

Aankomen lukte meteen al niet. De trein die me naar Utrecht zou brengen, stopte in Hilversum. Daar zat ik, op mijn rugzak, met nog korrels zand in mijn nek en een gloeiend hoofd van de zon. Gestrand op het asfalt.

Gelukkig werd ik gejut, door een timmerman met vissershanden.
Hij zette mij op een terras. Ik dronk een witbiertje. Het verkeer ruiste voorbij. Met de ogen dicht, deed ik alsof het de brandig was.

Ik schrok op.
'Zei je wat?' vroeg ik aan mijn jutter
'Nee,' zei hij.
'Oh, ik zweerde dat ik je hoorde zingen,' mompelde ik teleurgesteld.
Love me tender. Love me sweet.

Het 'hier en nu' wilde maar niet komen. Er was slechts 'daar en toen'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten