zondag 4 december 2011

Transitie 7 - Trekvogelhart

De ganzen zijn terug. Nou ja, eigenlijk zijn ze nooit weggeweest.

Ik dacht dat even, zoals ik beschrijf in mijn blog ‘Ganzen en sleutels.’

Maar ze vliegen nog steeds in grote getale over de rivier en de weiden. Gelukkig maar. Want ik houd meer van dat onrustige gegak dan ik dacht.

Door hun korte stilte en de korte gedachte dat ik een gesettelde nijlgans was in plaats van een trekkende brandgans, zijn er weer allerlei nieuwe transitie-gedachten op gang gekomen.

Trekgansgedrag
Want hoe zit dat eigenlijk met mijn neiging om elk jaar een afgelegen onderkomen te zoeken om daar te gaan schrijven? Is dat trekgans gedrag? Maar ik houd helemaal niet van die trek. Het eerste wat ik doe als ik zo’n verlaten huisje of schip betrek, is gekleurde kerstlampjes ophangen en kaarsjes aansteken. Ik wil wel onderweg zijn, maar het moet net zo veilig als thuis voelen.

Ik herinner me een maand op een schip op de Spiegelplas, anderhalve maand in een huisje op Terschelling, een paar weken in een klooster in Egmond en een kale hotelkamer in India. Op al die plekken voelde ik me in de eerste weken verschrikkelijk eenzaam.

Paniek
Die eenzaamheid grensde soms aan paniek. Zoals tijdens mijn eerste retraite, toen ik zeventien was en eindexamen deed. Ik had me teruggetrokken op onze klipper en had in het ruime ruim op elke tafel een vak uitgespreid. Niemand mocht me storen. In alle rust wilde ik me verdiepen in die materie (behalve in Natuurkunde, daarvan kreeg ik gegarandeerd een crisis). De nachten waren mijn favoriet, dan verslond ik de totaal onbegrijpelijke boeddhistische boeken van mijn vader. Als letterwurm was ik in mijn element, maar ik lag ook regelmatig huilend buiten op het dek. Overmand door een onvatbare wanhoop en paniek die met woorden en studie niets te maken had.

Da’s normaal
Die heftige puberale emoties zijn eigenlijk nooit verdwenen tijdens mijn retraites. Gelukkig las ik onlangs het (zeer aan te raden) boek ‘Stilte als antwoord’ van Sara Maitland. Daarin beschrijft zij nauwkeurig wat zij en andere kluizenaars, zeilers, klimmers en mystici ervaren als ze langere tijd alleen in stilte verkeren. Het eerste effect dat ze beschrijft is de verheviging van emoties. Zelf ervoer ze het zo: ‘Al snel leken mijn emoties aan te zwellen tot kolossale golven van gevoel, vaak volledig buitensporig.’

Ah, het is normaal! Het hoort bij de stilte.

Vreugde
Daarnaast ervaren bijna alle stiltezoekers gevoelens van grote vreugde. En niet zozeer een emotionele vreugde, maar een vreugde die Sara beschrijft als ‘een diep gevoel van verbondenheid met het universum.’

Meestal komt die vreugde bij mij halverwege - als ik door de eerste transitie heen ben. Net zoals nu, na een wiebelige, wankele november, ga ik stevig en vol vreugde de decembermaand in.

Schrijven en dansen
Ik voel me eindelijk echt thuis in dit soms wat kale en witte atelier nu de gekleurde kerstlampjes branden. Tranen van geraaktheid en ontroering komen snel op. Ik kan bijna niet meer stoppen met schrijven. En tijdens het schrijven sta ik af en toe spontaan op om te dansen (wat ik iedereen kan aanraden:).

Dieper dan pijn
We associëren diepte vaak met pijn. Vaak denk ik in die transitiemaand, als ik weer eenzaam op de grond lig - dieper dan dit kan ik toch niet gaan? Maar achter die uiterwaarden van verwarring ligt altijd een land vol vreugde.

Het duurt soms langer dan me lief is, nee het duurt altijd langer dan me lief is. Maar als ik blijf zitten en schrijven, komt er een nieuw soort vrijheid. Niet eentje van halleluja zie mij nou lekker door de lucht trekken, maar eentje waarbij mijn huid ruimer gaat zitten, eentje waarbij ik voel dat er meer rek in mijn geest en hart zat dan ik had kunnen vermoeden.

Trekvogelhart
En iets in mij wist dat dit zou gebeuren, laat ik dat de trekgans in mij noemen. De vrije gans die instinctief weet - we moeten op pad, een ver land trekt. De nijlgans in mij protesteert, die wil in zijn veilige nest boven in de boom blijven. Maar mijn trekvogelhart is sterk. Die gakt: kom op joh, laat dat stoffige nest even achter je, je hebt die vleugels niet voor niets gekregen.

Een huis in vrijheid
Ik ben dus eigenlijk een trekgans die steeds een nieuw huis zoekt. En in elk huis vind ik een beetje meer vrijheid.
En in die nieuw verworven vrijheid kom ik elke keer een beetje meer thuis.

1 opmerking:

  1. Ik kreeg kippevel toen ik je stuk Trekvogelhart las. Je bescrhijft heel treffend en herkenbaar de hang naar stilte, tegelijk het gevoel van paniek dat je overvalt en daarna de ruimte die je ervaart. Ik kwam tijdens een retraite in de Achterhoek het boek Stilte in eenzaamheid tegen, heb toen een hoofdstuk gelezen en dat smaakte naar meer. Ik heb het nu ook voor mezelf gekocht.

    BeantwoordenVerwijderen